Veel sportdranken, zoals dranken met druivensuiker, hebben een hoge concentratie glucose. Dit remt de opnamesnelheid uit de maag, en daarmee de zo noodzakelijke verdere vloeistoftoevoer.

Normaal kan 400ml water per kwartier worden opgenomen. Wordt te veel (enkelvoudig) suiker in een sportdrank opgelost dan kan de absorptie (opname) dalen tot 40 ml per kwartier. Zelf kan de kwalijke situatie ontstaan waarin de maag vocht aan het bloed onttrekt. Dit kan leiden tot oprispingen, misselijkheid, steken, braakneigingen, duizeligheid en spierkrampen.

Een ander nadeel van het gebruik van druivensuiker en andere enkelvoudige suikers zoals glucose, is gelegen in de snelle stijging van de bloedsuikerspiegel, met als gevolg een productiestijging van het hormoon insuline. Insuline heeft als functie het vergemakkelijken van de opslag van brandstoffen. Tijdens of aan het begin van de wedstrijd/training werkt insuline nadelig. In een wedstrijd willen we immers juist reservebrandstoffen mobiliseren en insuline gaat dit tegen.

Het gevolg is dat de spieren extra glucose gaan verbruiken. De spier- en leverglycogeenreserves raken sneller uitgeput. Tijdens het sporten geeft dit een versnelde confrontatie met een laag bloedsuikergehalte. Zware benen, papbenen en een leeg gevoel zijn de gevolgen.

De producten met vloeibare voeding die worden vermeld op deze site zijn enkel met trage suikers geproduceerd (zonder glucose).